“Het is iedere keer de kunst om lesjes te geven die thuis goed uitvoerbaar zijn, de opdrachten moeten concreet zijn en niet te vergeten ook haalbaar voor ouders.” Dit mailt Annemieke Eshuis van Montessori Kindcentrum De Plotter in Zutphen.
In het thuisonderwijs aan de kinderen uit haar middenbouwgroep wil zij, net als op school, kinderen de ruimte geven voor eigen verwerkingen bij de lesstof. Tijdens de online lessen reikt zij ideetjes aan voor verwerkingen. Verwerkingen die dicht bij het kind staan, en ook thuis uitvoerbaar en te organiseren zijn.
Zij noemt dat: opdrachten met voorbeelden uit het dagelijks leven. Bijvoorbeeld: een lesje omtrek waarbij kinderen de omtrek van vormen en figuren uit hun omgeving kunnen natekenen en berekenen. Of de opdracht om een dierentuin of pretpark te ontwerpen.
Maar ook het oefenen met de verschillende woordsoorten aan de hand van voorwerpen uit bijvoorbeeld de eigen keuken van de kinderen thuis. “Denk maar aan de houten pollepel en het scherpe mes.”
Annemieke ziet in de werkjes die ze toegestuurd krijgt dat de kinderen (soms met hulp van hun ouders) hier erg creatief in kunnen zijn. En zo vloeien uit zo’n opdracht verschillende verwerkingen door de kinderen voort, waarmee ze elkaar ook weer inspireren. “Een compliment aan de kinderen en aan hun ouders!”
Omdat de kinderen uit haar groep gewend zijn op school zelfstandig aan dit soort opdrachten te werken, hoort zij dat de meeste kinderen dit thuis relatief makkelijk en zelfstandig voortzetten. Ouders merken dat de kinderen langere tijd met zo’n opdracht aan de slag zijn. En elk kind kan op het eigen niveau aan zo’n opdracht werken.
Kindcentrum De Plotter zoekt altijd al, zoals gelukkig meer scholen, vanuit hun pedagogische waarden naar de ruimte ín het onderwijs. Onderwijs voor de kinderen die onze toekomst gaan maken en daarvoor goed uitgerust moeten zijn met kennis, vaardigheden, gevoel en wilskracht.
Deze scholen kiezen er daarom soms voor om lesmethodes te gebruiken als bron bij het onderwijs dat zij geven, en niet als leidend voorschrift voor de dag. De leraren maken veelal ook zelf opdrachten bij de stof. Dit dwingt hen om nog meer te observeren waar de kinderen staan, en wat er nu aansluit bij hun ontwikkeling. En dat maakt dat zij bewuster hun pedagogisch-didactische keuzes maken in de voorbereidingen van de dag.
Naast dat wat ‘moet’, gaan deze pedagogische scholen op zoek naar de ruimte voor een breed curriculum (het wat) en naar de ruimte in tijd voor de eigen ontwikkeling van de kinderen en de ruimte voor een eigen didactische aanpak (het hoe). Hoe moeilijk ook in deze tijd: zij blijven dit toch steeds proberen.
De leraren spreken nu dan ook niet over onderwijs-achterstanden. Zij zien deze periodes van thuis-onderwijs als onderdeel van de leerroutes van de kinderen, waarin de kinderen als mens hoe dan ook groeien en zich ontwikkelen. Misschien is na het thuisonderwijs niet direct een ontwikkeling zichtbaar op het gebied van spelling of rekenen. De meeste leraren en ouders die ik spreek, zien de kinderen wel groeien in bijvoorbeeld het gebruik van digitale middelen voor schoolwerk. Ook zien zij een ontwikkeling in de zelfstandigheid van de kinderen.
De kinderen leren nu ook, beetje bij beetje, omgaan met verandering en met leven in een onzekere tijd en de gevoelens die daarbij horen. Daarbij ervaren zij hoe belangrijk hun levendige sociale contacten zijn, en het gevoel te horen bij een ‘groep’ (je familie of de groep op school).
En terwijl ik deze blog schrijf, kijkt en luistert mijn zoon naar een ‘buitenles’ van de meester. Een vertrouwde stem, de vertrouwde (school)omgeving in beeld op de video, en een krachtige creatieve opdracht die de kinderen zelfstandig buiten (vanaf het balkon, in de tuin, of bij een gemeenteplantsoen) op een eigen moment kunnen doen. Een opdracht die gaat over waarnemen en verwonderen. Het begin van alle kennis.
Hij neemt deze gegeven ruimte vast gauw in!
Comments