top of page

'De kracht van de groep'; ook bij thuisonderwijs

Uit de verhalen van scholen over het thuisonderwijs in het voorjaar van 2020, kwam steeds ‘de kracht van de groep’ rondom de leerlingen sterk naar voren. Uit deze verhalen maakte ik op dat die ‘kracht van de groep’ zich op meerdere manieren manifesteert.



Waar kinderen op school al goed gewend zijn samen te werken, ontdekten leraren tijdens de vorige periode van het thuisonderwijs de vele mogelijkheden van alle digitale ontmoetings-middelen. De kinderen konden zo ook bij het thuisonderwijs samen overleggen, elkaar helpen, en samen aan een project of opdracht werken. Dit hoeft natuurlijk ook niet de hele dag online. Leerlingen uit de middenbouw en bovenbouw konden ook afspraken maken met elkaar voor overleg, of afspreken om op een later moment weer iets te laten zien aan elkaar.


Bij veel van deze digitale tools kun je kleine groepjes aanmaken, waar de leraar zelf als organisator in een rondgang langs kan gaan. Zo zie en hoor je als leraar hoe de kinderen samenwerken. Ook herken je zo waar nog vragen bestaan bij de lesstof. Hier kan de leraar dan op een gezamenlijk moment weer op terug komen.


Zo zijn er nu ook scholen die overdag standaard ‘samenwerk-meets’ open hebben staan voor de leerlingen uit een groep. De leerkracht luistert hier op de achtergrond bij mee; vanuit het klaslokaal bij noodopvang, of gewoon vanuit huis. Dit is een leraar ook wel gewend: de kinderen werken in de klas immers ook vaak samen in groepjes. Een leraar kan heel goed horen of het om werk-ruis gaat of andere ruis…! “En”, zo vertelde een leraar mij, “soms liet ik ze juist babbelen met elkaar, ook al waren ze niet meer bezig met de sommen uit het boek. Ik merkte gewoon dat ze dit zo misten: het kletsen in de pauzes met elkaar, op het plein voor de school begint, of bij de kapstok als ze hun jas ophangen.”


In de periode van blended onderwijs (bijvoorbeeld met kinderen die thuis waren in quarantaine en dan digitaal meededen in de klas) bleven kinderen gewend om samen te werken met elkaar, ook al zat daar soms een scherm tussen. Zo hoorde ik in oktober eens in een groep 5: “Juf, ik neem even Tim mee om verder te werken aan ons project…” En daar liepen twee leerlingen, mét een iPad met Tim online, naar de mediatheek.


Omdat de kinderen op school omgeven worden door het werk van hun klasgenootjes (tijdens het werken zichtbaar op tafel en vaak zichtbaar aan de muren van de klas), zijn er scholen die heel hard gezocht hebben naar de digitale mogelijkheden hiervoor. Ook digitaal ‘leerlingwerk ophangen aan de muur’ werkt meteen als inspiratie voor elkaar.


En gelukkig bieden heel veel digitale school-omgevingen en digitale portfolio’s deze mogelijkheden. Waarbij kinderen zelf hun eigen werk kunnen delen met klasgenootjes. Geschreven verhalen waar ze trots op zijn, een zelfgemaakte quiz bij het thema Egypte, een spreekbeurt of boekbespreking die gedeeld wordt via een video, een foto-verslag van een bijzondere gebeurtenis. Maar ook een dictee met maar 1 fout, of een heel vel met gemaakte keer-sommen.


De leraren moedigen dan aan dat kinderen ook online reageren op elkaars werk. Net als in de klas: vragen stellen aan elkaar, tips en tops uitwisselen, of samen doorgaan op een bepaald idee. En het belangrijkste misschien: zij zien dat het andere kinderen inspireert om ook met zo’n opdracht aan de slag te gaan of om ergens ook een eigen verwerking bij te maken. De leraren genieten van hun eigen verwondering bij het zien van dit authentieke leerlingwerk, waar ook op afstand zoveel ontwikkeling van het kind mee zichtbaar wordt.


Scholen die het belang voor kinderen onderkennen van het onderdeel zijn van een groep, hebben ook bij het thuisonderwijs gezocht naar manieren om hier recht aan te kunnen blijven doen. Bijvoorbeeld door dagelijks gezamenlijke dagopeningen en dagafsluitingen in de groep te hebben. Met oog en aandacht voor elkaar.


Een bijzonder voorbeeld hoorde ik op een school in het westen van het land. Een school waar het team en de ouders en leerlingen zich allemaal onderdeel van de groep, de gemeenschap voelen en als gemeenschap zorg willen dragen voor elkaar en het individuele kind.


Daar waar ouders of grootouders de mogelijkheden hadden om zelf activiteiten met de eigen kinderen uit te voeren, die normaal ook tot het onderwijs van deze school behoren, hebben de leraren overlegd of een aantal kinderen uit de groep hierbij aan kon sluiten. Kinderen van wie de ouders niet in staat waren om deze activiteiten met de kinderen uit te voeren, bijvoorbeeld vanwege hun werk thuis, of vanwege andere situaties thuis.

En zo ging dan een klein groepje klasgenoten op maandag mee naar het bos met een ouder, en op woensdag een ochtend vogelhuisjes timmeren bij een opa in zijn schuur. Een week later kon een groepje kinderen met een ouder een fietstochtje maken langs de uitgestorven straten in de eigen buurt, of een wandeling maken door de stille, lege stad.

Omdat de tijd met Corona en de lockdowns voor alle kinderen nu eenmaal ook onderdeel uitmaakt van de onderwijs-pedagogische route op weg naar hun toekomst.


We horen het al maanden: ‘Alleen Samen…’.


39 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page